Uitwerking pensioenakkoord: Meer vragen dan antwoorden

Uitwerking pensioenakkoord: Meer vragen dan antwoorden

In het pensioenakkoord van afgelopen vrijdag 12 juni hebben de sociale partners afspraken gemaakt over het pensioenakkoord. Het meest in het oog springend is dat de pensioenkortingen voor komend jaar van de baan zijn. Komende weken zal er ongetwijfeld meer duidelijk worden over hoe deze verdere uitwerking wordt ontvangen door werknemers en werkgevers.

Plan voor pensioenfondsen ligt op koers

Voor de pensioenregelingen via pensioenfondsen lijkt men wel op koers om in 2022 een uitgewerkt plan te hebben. Heldere pensioencommunicatie zal hierbij een ding worden, makkelijker wordt het er niet op. Verder valt op dat er weliswaar geen premieverschuiving tussen generaties meer zal plaatsvinden, maar dat er wel tussen generaties wordt geschoven met rendement op beleggingen. Het generatievraagstuk blijft dus bestaan en is voorlopig nog niet opgelost.

Worden de verzekerde regelingen uitgehold?

Voor de rechtstreeks verzekerde pensioenregelingen zien wij nog wel wat obstakels voor werkgevers en werknemers. Een uitholling van het pensioensparen lijkt hier onvermijdelijk. Dit akkoord roept nu vooral vragen op:

  • Defined benefitregelingen: Zo is niet duidelijk hoe de bestaande middelloonregelingen worden omgezet naar individuele premieregelingen. Wat wordt hiervoor het fiscale kader? Verder is nog onbekend hoe kan worden omgegaan met toegezegde indexaties over het verleden. Hoe kunnen deze toezeggingen in de toekomst worden uitgevoerd of indien nodig worden gecompenseerd?
  • Defined contributionregelingen: In de verdere uitwerking van het pensioenakkoord is opgenomen dat werkgevers twee pensioenregelingen naast elkaar kunnen uitvoeren. Nieuwe werknemers krijgen een premieregeling op basis van een vast percentage. Voor het huidige personeel kan de huidige regeling (met stijgende premiestaffel) worden voortgezet. Wij verwachten dat werkgevers, om de kosten beheersbaar te houden, het nieuwe vaste percentage relatief laag zullen inzetten. Immers, de kosten van de stijgende premiestaffel voor de huidige werknemers moet ook nog betaald worden. Gevolg is dat de (jongere) nieuwe medewerkers een aanzienlijk lager pensioen zullen opbouwen. Zal dit gecompenseerd worden in een hoger salaris?

Baanwissel wordt oninteressant vanaf 35 jaar

Wat zal het handhaven van de premiestaffel voor huidig personeel betekenen voor de arbeidsmobiliteit? Een werknemer van boven de 35 jaar zal goed nadenken of het wisselen van werkgever financieel wel zo aantrekkelijk is als daarmee de huidige premie-inleg conform de premiestaffel wordt opgegeven.

Eerste conclusie is dan ook dat we er nog lang niet zijn. De noodzaak voor transitie naar een nieuw pensioensysteem is er nog steeds. De invulling is weerbarstiger. Wilt u meer weten over het pensioenakkoord? Lees dan onze pagina over het pensioenakkoord. De pensioenspecialisten van VLC & Partners overleggen graag met u over het pensioen voor uw werknemers en hoe u zo goed mogelijk kan voorsorteren op de veranderde pensioenwereld.