Wet toekomst pensioenen gaat in per 1 juli 2023

Wet toekomst pensioenen gaat in per 1 juli 2023
Wet toekomst pensioenen gaat in per 1 juli 2023
Wet toekomst pensioenen gaat in per 1 juli 2023

Wet toekomst pensioenen gaat in per 1 juli 2023


 

De Wet toekomst pensioenen (Wtp) gaat in per 1 juli 2023. Een historische dag in de pensioenwetgeving! Na een lange politieke weg in zowel de Tweede als Eerste Kamer heeft op dinsdagavond 30 mei 2023 de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel. In de Eerste Kamer stemden 46 senatoren voor en 27 senatoren stemden tegen. Wat staat er nu te gebeuren?


De nieuwe wet gaat in per 1 juli 2023. Dat betekent dat ieder nieuw op te zetten pensioenregeling vanaf 1 juli 2023 moet voldoen aan de Wet toekomst pensioenen. Voor bestaande pensioenregelingen geldt dat zij op uiterlijk 1 januari 2028*  moeten voldoen aan de nieuwe uitgangspunten


 

De nieuwe uitgangspunten uit de Wet toekomst pensioenen op hoofdlijnen: 
 

Een beschikbare premie met een vast premiepercentage

  • De vaste premie is maximaal 30% van de pensioengrondslag, of 33% bij compensatie in de pensioenregeling.
  • Iedere werknemer krijgt een persoonlijke “pensioenpot” waarbinnen de premie wordt belegd.
  • Een middelloon- en/of eindloonregeling is niet meer toegestaan. Als de regeling is ondergebracht bij een verzekeraar is er tot 1 januari 2028 de mogelijkheid deze om te zetten in een beschikbare premieregeling met een verschillende premie per leeftijdsgroep (premiestaffel).
  • Voor bestaande beschikbare premieregelingen met een verschillende premie per leeftijdsgroep (premiestaffel) is een eerbiedigende werking. U mag deze regeling voor bestaande werknemers voortzetten.   
     

Nabestaandenpensioen

  • De hoogte van het partnerpensioen wordt voortaan uitgedrukt in een percentage van het salaris en bedraagt maximaal 50%.
  • Voor iedere pensioenregeling geldt eenzelfde partnerdefinitie.

 

Begeleiding in keuzemogelijkheden

De werknemer heeft een aantal keuzes in de pensioenregeling. De pensioenuitvoerder heeft een grotere rol om de werknemers tijdens de keuzemomenten te begeleiden. 
 

Los van de transitiedatum geldt:

  • Per 1 januari 2024 voor werknemers een minimale opnameleeftijd van 18 jaar. De minimale opnameleeftijd tot deze datum is 21 jaar. 
  • Een nieuwe keuzemogelijkheid. Gaat een werknemer in 2024 met pensioen en gaat ook zijn AOW in? Dan mag de werknemer maximaal 10% van het pensioen in één keer laten uitbetalen. Dit is alleen toegestaan als het pensioen meer bedraagt dan €  594,89 (2024) per jaar.

Meer praktische informatie over het nieuwe pensioenstelsel leest u op onze website.

 

* Oorspronkelijk was er een overgangsperiode voorzien tot 1 januari 2027. De Minister heeft op 23 mei 2023 in de Eerste Kamer toegezegd deze te verlengen naar 1 januari 2028. Daarbij wil zij ermee rekening houden dat dit geen onnodige vertraging in de wetgeving oplevert.


Wetgeving nog niet volledig

In de aangenomen wet is nog niet alles helemaal uitgewerkt. Zo wordt in lagere wetgeving vastgelegd welke rekenregels gelden bij het opstellen van een transitieplan. Ook komt er een ‘Regeringsfunctionaris transitie pensioenen’ die de Minister adviseert bij knelpunten. Ook zijn er nog een aantal moties van de Tweede Kamer over het nabestaandenpensioen waar de regering nader onderzoek naar laat doen. De Eerste en Tweede Kamer ontvangen de uitkomsten in de komende maanden.

 

Welke vervolgacties gelden voor u?

Welke acties voor u gelden is mede afhankelijk van waar de pensioenregeling is ondergebracht, bij een verzekeraar en/of een premie pensioeninstelling of bij een pensioenfonds.