Wet toekomst pensioenen: pensioenregeling bij een verzekeraar en/of premiepensioeninstelling

Wet toekomst pensioenen: pensioenregeling bij een verzekeraar en/of premiepensioeninstelling
Wet toekomst pensioenen: pensioenregeling bij een verzekeraar en/of premiepensioeninstelling

Wet toekomst pensioenen: pensioenregeling bij een verzekeraar en/of premiepensioeninstelling

Heeft u een pensioenregeling ondergebracht bij een verzekeraar en/of premiepensioeninstelling (PPI)? Dan gelden voor deze pensioenregeling nieuwe uitgangspunten. U bepaalt zelf het transitiemoment waarop u de nieuwe uitgangspunten gaat volgen. Echter is dit op uiterlijk 1 januari 2028*. 

Op het transitiemoment kiest u voor:

 

1 pensioenregeling 

U zet één nieuwe pensioenregeling op voor al uw werknemers. U stelt een transitieplan op waarin u de omzetting in een plan van aanpak onderbouwt. Voor de wijziging van de pensioenregeling van de bestaande werknemers is individuele instemming van deze werknemers nodig. Daarom is het noodzakelijk om inzicht te hebben of de omzetting een verbetering of versobering inhoudt. Bij een versobering geldt dat u de betreffende werknemers compenseert in salaris of dat u een compensatie doet in de pensioenregeling. Bij een compensatie in de pensioenregeling dient u er rekening mee te houden dat de compensatie in 10 jaar gefinancierd moet zijn en ook voor nieuwe werknemers geldt.

 

2 pensioenregelingen (u maakt gebruik van de eerbiedigende werking)

U zet één nieuwe pensioenregeling op voor alle werknemers die na de transitiedatum in dienst treden. De bestaande werknemers blijven in de “oude/bestaande” pensioenregeling en maken gebruik van de eerbiedigende werking. Dat houdt in dat de bestaande regeling  – gedeeltelijk- wordt aangepast aan de nieuwe uitgangspunten uit de Wet toekomst pensioenen. Zo blijft voor deze groep werknemers een verschillende premie per leeftijdsgroep (premiestaffel) mogelijk mits de premies onder de fiscaal toegestane premiestaffel blijven. Een transitieplan is in dit geval niet nodig. 
 

Voor het zorgvuldig maken van de keuze voor één of twee pensioenregelingen hebben wij al eerder een stappenplan opgesteld. Deze kunt u hier downloaden. 

 

Wat gebeurt er met de oude pensioenrechten?

Voor de opgebouwde pensioenrechten in een middelloon- en/of eindloonregeling geldt dat deze in principe in de betreffende pensioenregeling blijven. De uitkeringen blijven gegarandeerd. Alleen met een (collectieve) waardeoverdracht kunnen de oude pensioenen overgaan in een beschikbare premieregeling (invaren).


Heeft u een premiebetalende middelloon- en/of eindloonregeling bij een verzekeraar?

In dat geval heeft u tot 1 januari 2028  de mogelijkheid om de middelloon- en/of eindloonregeling om te zetten in een beschikbare premieregeling met een verschillende premie per leeftijdsgroep (premiestaffel). U kunt vervolgens gebruik maken van de eerbiedigende werking voor beschikbare premieregelingen. Door de eerbiedigende werking blijft in de beschikbare premieregeling een verschillende premie per leeftijdsgroep (premiestaffel) mogelijk.

 

Wetgeving nog niet volledig 

In de aangenomen wet is nog niet alles helemaal uitgewerkt. Zo wordt in lagere wetgeving vastgelegd welke rekenregels gelden bij het opstellen van een transitieplan. Ook komt er een ‘Regeringsfunctionaris transitie pensioenen’ die de Minister adviseert bij knelpunten. Ook zijn er nog een aantal moties van de Tweede Kamer over het nabestaandenpensioen waar de regering nog nader onderzoek naar laat doen. De Eerste en Tweede Kamer ontvangen de uitkomsten in de komende maanden.

 

Wat kunt u nu al doen? 

Het is belangrijk om zo snel mogelijk inzicht te krijgen in wat één of twee pensioenregelingen voor u betekent. Neem daarom contact op met uw persoonlijke adviseur zodat u gezamenlijk uw plan van aanpak kunt opstellen. 

 

VLC Academy

Verder is met name een goed kennisniveau van u en de betrokken partijen van groot belang. Zo kan de ondernemingsraad bijvoorbeeld de pensioenopleiding van de VLC Academy volgen ter voorbereiding op de in de toekomst te nemen besluiten. De or heeft op grond van de Wet op ondernemingsraden (WOR) een instemmingsrecht wanneer de werkgever de arbeidsvoorwaarde pensioen wil toezeggen of wijzigen.

 

* Oorspronkelijk was er een overgangsperiode voorzien tot 1 januari 2027. De Minister heeft op 23 mei 2023 in de Eerste Kamer toegezegd deze te verlengen naar 1 januari 2028. Daarbij wil zij ermee rekening houden dat dit geen onnodige vertraging in de wetgeving oplevert.