Verlaging collectiviteitskorting op de zorgverzekering

Verlaging collectiviteitskorting op de zorgverzekering

Op 14 juni is door Minister Bruins via een Algemene Maatregel van Bestuur de wet aangepast waardoor de maximale korting op de basisverzekering nu definitief verlaagd wordt van 10% naar maximaal 5%. In het besluit wordt ook aangegeven dat mogelijk de korting verder wordt afgebouwd naar 0% in de nabije toekomst. Hiervoor wordt in 2020 nader onderzoek gedaan.

Waarom deze maatregel?

De insteek vanuit de overheid is dat een collectiviteit moet leiden tot financieel voordeel door het collectief inkopen van zorg. Dit voordeel kan dan doorgerekend worden aan de deelnemers via een collectiviteitskorting. Maar dit inkoop voordeel wordt volgens Minister Bruins in de praktijk helemaal niet bereikt. Het collectieve voordeel dat verzekerden kunnen krijgen op een basisverzekering wordt gefinancierd vanuit een premieopslag op de basispremie, en is dus een sigaar uit eigen doos. Maar is dit ook zo?

Onbedoeld gebruik van de regeling

Zoals de Minister aangeeft worden er in de markt nog veel collectiviteiten aangeboden die geen meerwaarde creƫren via zorginhoudelijke afspraken en/of streven naar gezondheidswinst van de deelnemers. Deze bieden dus alleen korting op de premie zonder rekening te houden met de oorspronkelijke bedoeling ervan. Dit is echter niet in alle gevallen zo. In 1/3 van de collectiviteiten worden wel degelijk op maat gemaakte afspraken gemaakt tussen veelal werkgevers/brancheorganisaties en de verzekeraar. Dit wordt overigens ook door de Minister beaamd. Wel geeft hij als kanttekening aan dat deze afspraken zich veelal beperken tot de aanvullende verzekering(en).

Onze visie

Misschien wordt het voordeel niet direct bereikt met de inkoop van zorg, maar de toegevoegde waarde van een collectiviteit zit steeds meer in het voorkomen van zorgkosten. Zorgverzekeraars ondersteunen werkgevers steeds vaker bij het opzetten en de begeleiding van het vitaliteitsbeleid. Bij het voorkomen van zorgkosten heeft zowel de werkgever, de werknemer als de zorgverzekeraar profijt. Hier zit dan ook het gemeenschappelijke belang. Wij kunnen ons vinden dat de korting op de zogenoemde gelegenheidscollectiviteiten wordt afgebouwd, het lid zijn van een voetbalclub rechtvaardigt in onze ogen de collectiviteitskorting niet. Daarnaast zou u ook de kleine collectiviteiten onder de loep kunnen nemen en na kunnen gaan in hoeverre u deze kunt bundelen. Cijfers tonen aan dat namelijk ruim 90% van de collectiviteiten slechts circa 20 verzekerden heeft.

Bij de grotere collectiviteiten zien wij steeds vaker mooie voorbeelden waar de zorgverzekeraar een bijdrage levert om de vitaliteit van de werknemer te vergroten. Voor de voorbeelden verwijzen wij u graag naar dit interview Pionier in preventie met Hago Zorg. Voor de minder grote collectiviteiten kan je gezamenlijke workshops geven, een mooi voorbeeld is de workshop die wij in samenwerking met CZ eind maart hebben gehouden met als thema van Verzuim naar Vitaliteit.  Door de vergrijzing en de - ondanks het pensioenakkoord - opschuivende AOW leeftijd, zal vitaliteit steeds meer een prominente rol gaan innemen bij werkgevers en ook bij werknemers. Het zou dan mooi zijn als zorgverzekeraars deze ondersteuning kunnen blijven geven en dat de focus nog meer wordt verlegd van curatief naar preventief!

Hoe zit het met uw collectieve zorgverzekering?

Wanneer u een collectieve zorgverzekering heeft via VLC & Partners dan houden wij u uiteraard op de hoogte van de ontwikkelingen. De afbouw van de korting is alleen van toepassing op de basisverzekering, de afbouw geldt dus niet voor de aanvullende verzekeringen. Wij zijn in gesprek met zorgverzekeraars hoe we in de toekomst de collectieve regelingen voor iedereen aantrekkelijk kunnen houden en hoe we het bestaansrecht kunnen verantwoorden.